Tijdens het Concorso d’Eleganza Villa d’Este is deze unieke Bugatti Type 101 C Antem gefilmd.

Nadat de Tweede Wereldoorlog ten einde was en Ettore Bugatti in 1947 overleed, probeerde zijn jongste zoon Roland Bugatti het illustere merk uit Molsheim (Frankrijk) nieuw leven in te blazen. Hij droomde van een nieuwe Bugatti: de Type 101. De vervallen en gehavende fabriek beschikte echter niet over de middelen om een ​​echt nieuwe luxe auto te ontwikkelen. De Type 101 was daarom voorbestemd om een ​​verbeterde, gemoderniseerde versie te worden van de vooroorlogse toerwagen Type 54. De 101 was gebaseerd op het chassis van de legendarische vooroorlogse 57 en zijn herziene 3,3-liter lijnmotor, die was uitgerust met een supercharger. De verbeteringen omvatten Weber-carburateurs ter vervanging van de verouderde Stromberg-carburateurs van voor de oorlog, een elektrische Cotal-transmissie met voorselector en herziene telescopische schokdempers.

De Type 101 werd in 1951 aan het publiek gepresenteerd op de Salon van Parijs. De wielen van de carrosserieën van de Type 101 zijn niet langer vrijstaand met aparte bumpers. Het uiterlijk van de carrosserie is nu in pontonstijl. De radiatoren zijn eveneens volledig in de carrosserie geïntegreerd en de kenmerkende Bugatti hoefijzervormige grille is opvallend schuin geplaatst in plaats van zichtbaar in de luchtstroom. Helaas bleek het onmogelijk om tussen 1951 en 1956 meer dan een handvol Type 101-modellen te verkopen. Het benodigde geld om dit type luxe auto te kopen was simpelweg niet beschikbaar in het verarmde, depressieve Europa van na de oorlog. Bovendien paste het concept niet in de tijdgeest. Een handvol potentiële klanten kon voor aanzienlijk minder geld een Bentley, Jaguar of Alfa Romeo kopen, en deze voertuigen waren ook nog eens geavanceerdere alternatieven. Er werden in totaal één prototype en zes serieauto’s geproduceerd. Het hier getoonde chassisnummer 101504 is het enige chassis dat in 1952 door Antem als tweezitscoupé werd gebouwd. Deze 101 werd in opdracht van René Bolloré, de tweede echtgenoot van de weduwe van Ettore Bugatti, gebouwd. De auto was oorspronkelijk donkergroen gespoten en voorzien van chromen spaakwielen en white-wall banden. Het interieur was bekleed met Havana leer. De zijdelings gemonteerde uitlaatpijpen en hun geperforeerde hitteschilden vormen een opmerkelijk kenmerk, aangezien ze in feite typisch zijn voor het circuit. Aan het einde van de jaren 50 werd de coupé naar de VS verscheept en in 1990 werd hij gerestaureerd met de tweekleurige lak in rood en zwart – de uitvoering waarin dit meesterwerk vandaag de dag wordt gepresenteerd.

#Bugatti, #klassiekers, #Villa d'Este

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *